De gevangenisstraf en het buikgevoel van de politiek

Tom Daems en Ivo Aertsen zetten vandaag in een opiniestuk in De Standaard nog eens uiteen waarom gevangenisstraffen niets bijdragen aan een veiliger samenleving. Au contraire. Lees hieronder hun vlijmscherpe stuk:

The High Cost of Ignoring Science is de titel van een wetenschappelijk artikel uit 2011, waarin internationale onderzoeks­resultaten worden samengebracht over de mogelijkheden van de gevangenisstraf om recidive te beperken. Het besluit is ontluisterend: op basis van wetenschappelijk ­onderzoek kun je niet vaststellen dat de ­gevangenisstraf de criminaliteit terugdringt. Er zijn zelfs aanwijzingen dat een gevangenisverblijf aanzet tot (verdere) criminaliteit. De auteurs maken de vergelijking met het ziekenhuisbeleid: stel je voor dat patiënten langer dan nodig in het ziekenhuis blijven en dat ze er ongezonder uit komen dan ze er in gingen.

Repressieve onderstroom

Dat is ondenkbaar, maar in het gevangeniswezen kan dat gerust. We passen de gevangenisstraf toe, wetende dat ze negatieve gevolgen heeft voor de gedetineerde, zijn gezin en zijn latere re-integratie. Ook de slachtoffers worden er niet beter van: een gevangenisstraf biedt hen persoonlijke erkenning noch financieel herstel.

Hoe valt het dan te begrijpen dat we toch steeds weer teruggrijpen naar de gevangenisstraf? Als reactie op het ontslag van de twee strafrechtexperts die de opdracht hadden het strafwetboek te herschrijven, verwees minister van Justitie Koen Geens (CD&V) naar twee belangrijke hindernissen om de gevangenisstraf via wettelijke weg terug te dringen: de ‘relatief repressieve onderstroom van de samenleving’ en de houding van Open VLD en N-VA. De regering besliste dus tegen beter weten in om de vervangende gevangenisstraf opnieuw in te voeren, de korte gevangenisstraf toch uit te voeren en mensen opnieuw langer in de gevangenis te houden vooraleer ze in aanmerking komen voor vervroegde invrijheidstelling. Het toepassingsgebied van de gevangenisstraf wordt zelfs uitgebreid.

Mensen verwachten een duidelijke afkeuring van criminaliteit en daadwerkelijke reacties, maar willen geen zinloze repressie

Opmerkelijk: de regering gaat hiermee lijnrecht in tegen het eigen regeerakkoord. Daar staat immers in dat er ook ernstig gereflecteerd zal worden over de gepaste straf voor lichtere misdrijven ‘… met als einddoel de gevangenisstraf in het strafwetboek op bepaalde plaatsen te vervangen door een werkstraf, straf onder elektronisch toezicht of autonome probatie, teneinde de gevangenisstraf werkelijk als ultimum remedium te gebruiken’.

Dat is dus geen vrijblijvende denkoefening, maar een duidelijk engagement om de gevangenisstraf terug te dringen. Iets wat je niet bereikt met kunst- en vliegwerk van afzonderlijke ingrepen die de strafuitvoering opnieuw ‘geloofwaardig’ moeten maken, maar wel door naar de fundamenten van de straf te kijken en ze diepgaand te bevragen. Het impliceert ook dat je durft te poneren dat de vrijheidsstraf niet langer een optie is voor sommige misdrijven.

Strafpopulisme

De bocht die nu wordt ingezet, stelt dan ook zwaar teleur. Om te beginnen weten we – weerom op basis van wetenschappelijk onderzoek, excuus – dat er in brede lagen van de bevolking een draagvlak bestaat voor het toepassen van alternatieve sancties zoals de werkstraf. De burger beseft echt wel hoe zinloos de gevangenisstraf in vele gevallen is. Het ‘repressieve buikgevoel’ van ‘de’ Vlaming moet sterk genuanceerd worden. Mensen verwachten een duidelijke afkeuring van criminaliteit en daadwerkelijke reacties, maar willen geen zinloze repressie.

Daarnaast is er de politieke recuperatie van de onveiligheidsgevoelens: dit is zonder meer strafpopulisme, waarbij politieke partijen proberen zich te profileren door de problemen simplistisch voor te stellen en zich te beroepen op ‘het gezond verstand’ van de burger. Het zijn deze politici die dan ook blijven beweren dat de gevangenisstraf ‘een functie heeft als signaal naar de dader en de maatschappij’.

De samenleving oogst het strafrechtssysteem dat ze verdient. Welke inspanningen hebben we geleverd om het strafrechtssysteem fundamenteel te herdenken? Opnieuw gaat met deze herziening van het strafwetboek een belangrijke kans verloren. Opnieuw blijft de gevangenisstraf het centrale referentiekader voor een ‘echte’ straf. Opnieuw zijn we niet in staat los te komen van de opzettelijke leedtoevoeging als kern van onze strafopvatting. Het lijkt wel of de politieke context op zich het belangrijkste struikelblok vormt.

Het siert de twee strafrechtsdeskundigen dat zij op basis van hun wetenschappelijke inzichten en een ethische houding ontslag hebben genomen uit de Commissie tot hervorming van het strafwetboek. Als signaal, niet zozeer naar de publieke opinie, maar naar de politieke wereld, kan dat tellen.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s