Waarom we niet meer mogen applaudisseren voor Bertrand Cantat

Tom Heremans

U kunt Bertrand Cantat ­kennen van het liedje ‘Le vent nous portera’ van zijn vroegere band Noir Désir, dat nog geregeld op Radio 1 wordt gedraaid, en van zijn vroegere vriendin, de actrice Marie Trintignant. Die stierf in 2003 in een ziekenhuis in Vilnius, enkele dagen nadat Cantat haar bewusteloos had geslagen tijdens een ­ruzie in een hotelkamer. Cantat werd in Litouwen veroordeeld tot acht jaar cel voor onvrijwillige doodslag, mocht die straf uitzitten in Frankrijk en kwam na vier jaar voorwaardelijk vrij.

Cantat was in de jaren 90 met zijn sombere liedjes de lieveling van het Franse rockpubliek. Na zijn vrijlating in 2007 probeerde hij het opnieuw met Noir Désir, maar er was iets gebroken, en de groep viel uiteen. Cantat richtte een nieuwe band op, Détroit en bracht in 2013 een album uit, Horizons. Eind vorig jaar kwam er een nieuw album, Amor ­fati. Begin deze maand startte een nieuwe tournee, deze zomer stond Cantat met Détroit op tal van zomerfestivals ­geprogrammeerd.

Stond, want de groepering Citoyenne Féministe is een campagne gestart tegen zijn aanwezigheid op die zomerfestivals. Een online petitie met die eis is door meer dan 75.000 mensen ondertekend. Enkele festivals besloten Détroit van de affiche te halen, onder druk van sponsors en politici. Bij een concertzaal in Grenoble stonden dinsdag tientallen boze actievoerders Cantat op te wachten. Hij werd uitgejouwd voor moordenaar en bekogeld met overrijp fruit. Cantat heeft inmiddels op zijn Facebook-pagina laten weten dat hij al zijn optredens op de zomerfestivals schrapt. De tournee langs concertzalen gaat wel door. Bij elk concert is er protest, met slogans als ‘Applaudisseren is goedkeuren’ en ‘Marie = #MeToo’.

De tijden zijn duidelijk veranderd. Bij de comeback van Noir Désir, na Cantats vrijlating, was er van protest geen sprake, net zomin als bij het debuut van ­Détroit in 2013 en de daaropvolgende tournee. Slechts één vrouw protesteerde bij al die gelegenheden heftig: Nadine Trintignant, de moeder van Marie. Zij vond en vindt dat Cantat een veel te lichte straf heeft gekregen.

In oktober vorig jaar was er al meer protest. De zaak-Weinstein was net losgebarsten toen het muziekblad Les Inrockuptibles een groot interview bracht met Cantat en zijn foto op de ­cover zette. Dat viel slecht, onder meer bij Marlène Schiappa, de Franse staatssecretaris voor Gelijke ­Kansen. ‘Waarom promotie voeren voor de man die Marie Trintignant heeft doodgeslagen?’, vroeg ze zich op Twitter af. Daarmee was de toon gezet, het ­protest is niet meer gaan liggen en sinds deze week woedt het debat op de opiniepagina’s van de Franse kranten.

Cantat heeft zijn straf uitgezeten, hij heeft net als iedereen recht op re-integratie in de maatschappij, schrijven mensen die hem steunen. Dat houdt ook in: zijn beroep kunnen uitoefenen.

Het probleem met die stelling is: re-integratie houdt ook in dat je niet in je oude gewoontes hervalt, en de geruchten over huiselijk geweld zijn Cantat altijd blijven achtervolgen. Zijn ex-vrouw Kristina Rady, die hij destijds had verlaten voor Marie Trintignant, pleegde in 2010 zelfmoord in haar huis. Cantat verbleef op dat moment bij haar. Ze was hem altijd blijven steunen, maar net voor ze zich verhing belde ze een vriendin en sprak met snikkende stem een boodschap in op haar voicemail: ‘Ik ben zo bang, het is ­vreselijk wat hij me aandoet.’

Afgelopen november getuigde een voormalig lid van Noir Désir anoniem in het weekblad Le Point dat Cantat altijd al vrouwen mishandelde: ‘Hij sloeg Kristina, hij sloeg de vrouw met wie hij vóór Kristina was. Het was Kristina die ons vroeg dat stil te houden.’ Cantat deed het verhaal via zijn advocaat af als onzin.

Nog in Le Point raakte bekend dat op 15 februari een 45-jarige artieste anoniem een klacht tegen Cantat heeft in­gediend wegens intimidatie. ‘Ik moet mezelf beschermen’, zegt ze daarin. ‘Hij deed zich eerst voor als een vriend, maar nu bedreigt hij me, ik ben bang.’

Dat is een vage klacht, maar timing is alles: precies op dezelfde dag kondigde het festival Papillons de Nuit op zijn website aan dat Cantat er deze zomer zou optreden. ‘In de perstekst werd hij op­gehemeld als een tragische held’, zegt ­Valérie Dontenwille, medeoprichtster van Citoyenne Féministe, deze week in La Libre. ‘Hoeveel slachtoffers moet die kerel nog maken voor ze stoppen met hem als een idool af te schilderen? Van mij hoeft hij niet te stoppen met op­treden, maar die zomerfestivals worden deels met publiek geld gefinancierd en mikken op een jong publiek.’

Voor de actievoerders bij de concerten van Détroit volstaat dat al lang niet meer. Cantat mag dan zijn straf hebben uitgezeten, hij mag dan het recht hebben zijn leven weer op te pikken, maar weer op een podium klimmen en zich laten adoreren door een publiek, dat vinden ze een brug te ver. Het zal niemand ver­bazen dat Nadine Trintignant het daarmee eens is. ‘Hoe kunnen mensen nog staan applaudisseren voor zo’n man?’, vroeg ze zich maandag af in een tv-interview. ‘Dat hij muziek blijft schrijven, dat is tot daar, maar dan voor andere artiesten. Hij moet zelf niet meer in de belangstelling willen staan.’

Haar ex, Jean-Louis Trintignant, houdt zich intussen ver van de polemiek. Hij wou over de kwestie deze week alleen dit kwijt: ‘Ik ben gestorven in 2003, toen mijn dochter werd vermoord.’