Bestaat de vrije wil? De Duitse filosoof Moritz Schlick (1934) vond dit thema “het grootste schandaal van de filosofie”. Omdat dit probleem nog altijd niet opgelost is, was er volgens Schlick sprake van een misverstand. Wie dieper groef, zou gauw ontdekken dat er eigenlijk geen dieper probleem was. Er was alleen maar een schijnprobleem. CONSEQUENT denkt dat Schlick zich vergiste. Waarom is dat zo? Langs de ene kant heb je een vrije wil nodig voor fundamentele morele noties zoals morele verantwoordelijkheid, schuld en verdienste. Zonder vrije wil vallen deze begrippen van hun sokkel. Maar anderzijds is het bestaan van een vrije wil hoogst onwaarschijnlijk. Een vrije wil stelt zulke onredelijke voorwaarden waardoor het verstandiger is om die noties te verwerpen en te concluderen dat schuld, morele verantwoordelijkheid en verdienste ficties zijn. Willen we consequent zijn, dan stappen we er dus beter vanaf. Dit lijkt op het eerste gezicht een onleefbaar verlies maar bij nader inzien is dit net een uitdaging. Leven zonder vrije wil is niet onverantwoord maar juist verrijkend. Deze positie staat in de filosofie bekend als vrije wilscepticisme, hard incompatibilisme of hard determinisme, maar wat al die ismen gemeen hebben is dat ze het afscheid van de vrije wil als iets positiefs beschouwen. CONSEQUENT is ervan overtuigd dat deze visie ook buiten de filosofie veel potentieel heeft. Ze heeft raakvlakken met allerlei parallelle denkrichtingen, disciplines, methoden zoals geweldloze communicatie, harm reduction, bemiddeling, systeemtheorie, herstelrecht, stoïcisme.
Waarom bestaat de vrije wil niet? Beslissingen zijn pas echt vrij wanneer je over alternatieven beschikt (keuzevrijheid) en wanneer je beslissingen niet het gevolg zijn van oorzaken waarover je zelf geen controle hebt (keuzecontrole). Dankzij beide voorwaarden kan je iets vermijden, kan je anders handelen dan je geprogrammeerd was of kan je iets niet doen waartoe je nochtans voorbestemd bent. We leven echter niet in een wereld die ons deze voorwaarden geeft. Keuzevrijheid is in strijd met determinisme en vereist indeterminisme, terwijl keuzecontrole botst met het beginsel van causaliteit en vraagt om niet-veroorzaking of zelfveroorzaking. Al zijn er goede argumenten voor keuzevrijheid (indeterminisme), vrij zijn van oorzaken is evenwel uitgesloten. Niets is zonder oorzaak. Of zoals Arthur Schopenhauer al wist: “Als we de vrijheid van de wil zouden veronderstellen, dan zou elke menselijke handeling een onverklaarbaar wonder zijn”. De vrije wil is een magisch verklaringsprincipe. Het beginsel van causaliteit waar alle wetenschap van vertrekt laten we vanuit deze visie los wanneer we menselijk gedrag beoordelen. Toch is de vrije wil een breed geaccepteerde veronderstelling. Hoe is de illusie te verklaren? Wie weet ligt het aan ons geringe besef over hoe bepalend soms kleine verschillen zijn om tot een andere beslissing of andere handeling te komen. Je denkt “gisteren kon ik het wel”, “mijn tweelingbroer deed het wel” of “ik heb het toch in mij om dit of dat te doen” waardoor je gaat geloven dat jij nu, op dit eigenste ogenblik, vrij bent om het anders te doen. Vermoedelijk doen gebrekkige (zelf)kennis en onkritische vergelijking van wat identiek lijkt deze illusie van vrije wil ontstaan.
Wat blijft er van schuld, morele verantwoordelijkheid en verdienste over als de vrije wil niet bestaat? Wij geloven dat deze noties hun fundament verliezen wanneer we niet vrij kunnen beslissen. Wanneer we een misdadiger verachten om zijn misdaad of een laureaat prijzen omwille van zijn verdienste, dan zijn onze blaam en lof gebaseerd op de vooronderstelling dat beide de mogelijkheid hadden om anders te handelen. De misdadiger kon het misdrijf vermijden en de laureaat kon ook minder voortreffelijk presteren. Die vrijheid maakt hen voorwerp van schuld en verdienste. Maar in een wereld zonder vrije wil hebben deze noties geen basis meer. We zijn nooit schuldig in moreel opzicht en hebben geen diepere verdienste aan goede of kwade daden of beslissingen. Niemand is verwijtbaar en niemand verdient straf of beloning. Jezelf vrij voelen, jezelf schuldig voelen en moreel verantwoordelijk achten, jezelf verdienstelijk vinden, zijn weliswaar onloochenbare psychische verschijnselen, maar zijn onvoldoende om ook echt moreel verantwoordelijk, schuldig en verdienstelijk te zijn. Niet een vrij gevoel maar een vrije wil is hiervoor noodzakelijk – een vrije wil die evenwel niet bestaat.
Dat alles is geen drama waarbij alleen nihilisme of fatalisme past. Al hadden we niet de vrijheid om het heden te vermijden, we hebben misschien het geluk om aan een betere toekomst bij te dragen. Want een onbestaande vrije wil betekent helemaal niet dat verandering onmogelijk of zinloos zou zijn. Dat je niets hoeft te doen of te laten omdat alles toch al vastligt. Wel leert de studie van de problematiek van de vrije wil ons om veel meer na te denken over de oorzaken van menselijk gedrag, over de rol die geluk in een mensenleven speelt (de genen en de talenten die ons vorm geven, de plaats waar onze wieg staat, de werking van onze hersenen, …) en over de hardheid van onze samenleving voor mensen die dit geluk niet hebben gekend. Het vrije wilscepticisme leidt niet tot een status quo, wel integendeel. Als we aanvaarden dat menselijk gedrag integraal veroorzaakt wordt door eerdere oorzaken, dan proberen we best toekomstige oorzaken aan te pakken. Het vrije wilscepticisme is een visie die uitgaat van de maakbaarheid van de mens en de samenleving en die volop gaat voor een rechtvaardigere samenleving. Maar of we hierin slagen of net mislukken, of die wereld en dat leven nu wel beter of slechter wordt door onze beslissingen en acties, niemand verdient hiervoor lof of blaam. We hebben alleen de plicht om het te proberen.
Voor wie het vrije wilscepticisme bij voorbaat kwalificeert als filosofisch gegoochel van enkele goedlachse utopisten, meteen toch de volgende verduidelijking: een maatschappij zonder vrije wil is wel degelijk compatibel met wetten en normen, met feitelijk of causaal daderschap en met bestraffing en beloning. In een schuldloze samenleving behouden we de plicht om ons aan juridische en ethische afspraken te houden. Om geen misdrijven te plegen of fouten te maken. Lukt dit niet, dan volgen er geen verwijten maar zoeken we naar middelen om herhaling te voorkomen en/of de gevolgen van dit falen te beperken. Een schuldloze samenleving betekent evenmin dat er geen ruimte meer zou zijn voor het strafrecht. Alleen kijken we op een andere manier naar straffen, met name als “maatregelen” die worden opgelegd op basis van andere doelstellingen dan pure vergelding of repressie. Onze aandacht gaat uit naar het begrijpen van de oorzaken van dit falen en het onderzoeken van de gevolgen die dit voor anderen heeft, en dit met het oog op een doeltreffende interventie. Uiteraard dient ook het leed en de schade van het slachtoffer te worden erkend én hersteld.
Al geloven we dat alles een oorzaak heeft, dit betekent niet dat we pretenderen alle of zelfs een deel van de oorzaken werkelijk te kennen. Bescheidenheid over onze kennis van menselijk gedrag is een sturend beginsel. Onze vrije wil-ontkenning is niet het gevolg van een overdreven inschatting van wetenschappelijke prestaties, waarbij we onmiddellijk denken aan het succes van de hersenwetenschappen, maar van een dieper inzicht dat tapt uit een verscheidenheid aan kennisbronnen, zoals logische argumenten, filosofische redeneringen, intuïtief aanvoelen en een lange traditie van vergelijkbare inzichten. Deze basisfilosofie is geen wetenschappelijke theorie met waarheidspretenties maar eerder een mens- en wereldbeeld waarin een veelheid aan verschijnselen een betekenisvolle plaats en onderlinge samenhang krijgen. CONSEQUENT richt zich tot al wie dit mens- en wereldbeeld wil verdiepen en verrijken en tot al wie dit denken op een of andere wijze in doen wil omzetten.
CONSEQUENT neemt de vrije wil heel ernstig, zo ernstig zelfs dat we er niet in kunnen geloven, en dit ondanks alle consequenties die deze ontkenning met zich meebrengt. Maar de mens zelf nemen we niet zo ernstig. Hij is ten slotte niet meer dan wat mijmerend sterrenstof, een vat vol tegenstrijdigheden en inconsequenties, misschien gelukkig maar. Dit belet ons echter niet om CONSEQUENT te proberen zijn in ons denken over de vrije wil, waarbij we onszelf steeds blijven in vraag stellen en uitdagen met oude en nieuwe inzichten uit uiteenlopende disciplines. In elk geval noopt het denken over de vrije wil ons tot bescheidenheid, zelfrelativering en mededogen. Waarom zou een succesvol persoon zich op de borst kloppen? Waarom zou de falende mens gebukt blijven onder schuldgevoel? Dat er in ons universum geen plaats is voor schuld of verdienste, is een troostrijke gedachte in harde tijden. Wie weet geeft CONSEQUENT dit universum een klein duwtje in de richting van een warmere samenleving.