In de krant De Morgen (9 maart 2018) verscheen een opiniestuk van Jan Verplaetse naar aanleiding van het vonnis in de zaak Renaud Hardy en de reactie van filosoof Gerbert Faure (zie vorige berichten op deze blog). Je vindt het volledige opiniestuk hieronder.
Het verdict is gevallen. Hardy is over de heel lijn schuldig en wacht een levenslange straf. De samenleving voelt zich beschermd tegen feiten die zelfs te gruwelijk waren om te bekijken. Het kwaad in eigen persoon verdwijnt in de gevangenis: onze moderne hel. Gerechtigheid is geschied. Moge de slachtoffers of hun nabestaanden rust vinden.
En toch is die gerechtigheid broos. Wie het proces een beetje volgde, weet dat we met een gestoorde dader te maken hebben die zijn stoornis niet zelf koos. Zijn afschuwelijke daden zou hij nooit gepleegd hebben mocht hij mentaal gezond zijn. Klopt, maar – zo werpen de meeste deskundigen tegen – hij had toch voldoende wilsvrijheid waardoor hij die vreselijke misdaden kon vermijden. Hij bezat voldoende vrije wil die hem schuldig maakt en voorwerp van langdurige straf.
Neuroloog Chris van der Linden overdreef misschien dat medicatie of Parkinson Hardy deed moorden. Ik ben geen psychiater om dat twijfelachtige verband te bevestigen. Maar niemand greep die overdrijving aan om een fundamentelere vraag te stellen. Als medicatie, Parkinson, psychopathie of sadisme de moorden niet veroorzaakte, wat dan wel? En wanneer je die ontbrekende schakel vindt, stel vervolgens de vraag: had Hardy hierover controle waardoor hij de gevolgen kon vermijden? Kon Hardy die schakel vrij kiezen? En zo ja, hoe verklaar je dat de feiten zich toch voordeden?
Niemand? Niet helemaal. Op radio was er Christian Denoyelle, Hoge Raad van de Justitie, die pleitte voor de invoering van gradaties van toerekeningsvatbaarheid. Rechters hoeven niet zwart wit te oordelen over de schuld van een dader. Zoals in Nederland kunnen ze dan gemakkelijker straffen én interneren. Maar dit lost het basisprobleem niet op. Een beetje toerekeningsvatbaar staat gelijk aan een beetje vermijdbaar. Maar wat betekent ‘een beetje vermijdbaar’? En hoe bepaal je dit, in vergelijking met ‘een beetje meer’? Werken met gradaties is noch theoretisch noch praktisch een stap vooruit.
In deze krant stond ook de analyse van filosoof Gerbert Faure (DM 3/3/2018). Hij zag scherp in dat ons schuldstrafrecht elk redelijk fundament mist. Hij redeneerde helder dat “weten wat je doet en doen wat je wilde” geen criteria voor schuld kunnen zijn. Ook in de valkuil van de vrije wil trapte Faure niet. Wie menselijk gedrag nauwkeurig bestudeert, komt tot het inzicht dat alleen oorzaken die buiten onze controle liggen dit gedrag verklaren. Hij gaf toe dat de veronderstelling van een vrije wil, die controleert zonder oorzaken, een absurditeit is.
Ook zijn volgende denksprong was consequent. Zonder vrije wil geen schuld en geen morele verantwoordelijkheid. Die stap vergt moed. Misstappen kunnen we enkel begrijpen en hopelijk in de toekomst voorkomen. Faure maakte de juiste analyse. Maar dan sloeg de angst om zijn hart. Een samenleving zonder schuld en morele verantwoordelijkheid leidt dit niet tot chaos en anarchie? In plaats van na te denken over schuldloze alternatieven, blijven misdadigers – aldus Faure – uiteindelijk toch schuldig en verantwoordelijk. We moeten in schuld blijven geloven “omdat ontkenning van de verantwoordelijkheid van de dader de waardigheid van het slachtoffer negeert.” We moeten onszelf illusies wijsmaken uit respect voor de slachtoffers. Hoezeer ik ook meevoelt met de beschadigden, geef toe dat die wanhopige suggestie net bewijst hoe onhoudbaar ons huidig denken over gerechtigheid en schuld is. Wanneer schudden we de angst af om nieuwe wegen te bewandelen? Een hoopvollere suggestie: doe dit systeem van schuld en boete op de schop en vervang het door een rechtbank die, eenmaal de feiten bewezen zijn, maatregelen neemt die samenleving beschermt, de dader op zijn (eventuele) vrijlating voorbereidt en de slachtoffers behalve erkent in hun leed ook instrumenten aanreikt om zich op een betekenisvolle wijze te verhouden tegenover het misdrijf. Ik voorspel een andere verdict dan dit virtuele doodvonnis.