In de Groene Amsterdammer van deze week vind je een interview met Thomas Frank over populisme, anti-populisme en de meritocratische arrogantie van de linkse, democratische elite. Een fragment:
“Wat mij fascineert aan de huidige meritocratische, technocratische, academisch gecertificeerde elite is hun onverwoestbare, plaatstalen geloof in de eigen verdienste en de eigen voortreffelijkheid. Dat is echt anders dan een eeuw geleden. De elites uit de tijd van de roofbaronnen waren zonder meer schaamteloos, hardvochtig en wreed, maar ze waren niet gewetenloos. Ze werden achtervolgd door de christelijke vrees dat wat ze deden – mens, dier en natuur nietsontziend uitbuiten – niet goed was, dat hun rijkdom onverdiend was, dat ze ooit zouden moeten boeten voor hun wandaden. En dat veroorzaakte een zeker gevoel van noblesse oblige.’
Die gewetenswroeging kent de meritocratische elite van vandaag de dag niet, stelt Frank. Zij is ervan overtuigd dat ze haar positie heeft verdiend, dat ze die heeft verkregen door hard werken en door een superieur brein. ‘En dat heeft bij veel van hen de onuitstaanbare gedachte doen postvatten dat ze niet alleen slimmer en rijker zijn dan de niet-academisch geschoolden, dat ze een betere smaak hebben dan de laaggeschoolden, maar ook dat ze deugdzamer zijn. Dat is wat ik in al mijn boeken heb proberen bloot te leggen: dat de meritocratische elite serieus meent dat ze moreel superieur is aan de niet-academisch geschoolden, dat ze betere mensen zijn, dat ze de mens van de toekomst zijn.”
Het volledige interview vind je op: https://www.groene.nl/artikel/het-is-vernedering-stapelen-op-krenking